Zand
Overal is zand bijna te vinden. Denk bijvoorbeeld aan duinen en stranden langs de kust die gevormd worden door zand. Daarnaast komt zand ook voor langs en in rivieren en stroompjes, in en om meren, in grotten, mijnen en zandafgravingen, op bergwanden en heuvels, bij gletsjers, in de woestijn en als sediment in de zeeën. Er bestaan talloos verschillende soorten zand, ieder zand met een eigen geologische samenstelling en unieke eigenschappen. Bepaalde soorten zand zijn alleen maar in de tropen te vinden, dit type zand kun je dus niet ergens anders terug vinden. Weer anderen type zand vind je in de nabijheid van vulkanisme terug. Aan het type zand kun je vaak zien waar het vandaan komt, want de herkomst bepaalt de kleur en samenstelling. De mate van afronding, sortering en korrelgrootte zeggen iets over de weg die het zand heeft afgelegd.

 

Grind

Grind is een ‘korrelig’ afzettingsgesteente. De korrels zijn grover dan zand en fijner dan steen.

Grind bestaat voor tenminste dertig procent uit gesteentefragmenten. De diameter is groter dan2 millimeteren kleiner dan63 millimeter. We spreken van zand, wanneer de fragmenten kleiner zijn, zijn ze groter, dan spreken we van keien. Grindkiezels zijn afkomstig uit verafgelegen gebieden en zijn door water of ijs meegevoerd.

In Nederland wordt grind wordt volop gewonnen om bijvoorbeeld asfalt of beton van te maken. Ook wordt het gebruikt om paden mee aan te leggen.
Bij grindwinbedrijven wordt de grind met behulp van zeven op grootte gesorteerd.

In Nederland is het meeste grind aangevoerd door rivieren. Glaciaal grind is een tweede belangrijk grindtype in Nederland. Deze grind is meegevoerd door de ijsmassa’s tijdens het Pleistoceen.

 

Tuinmax